Kunnen de ervaringen/lessen uit Voorschoten Hoogeveen verder helpen?

In Voorschoten gaan bij aan het werk gaan alle huishoudenstypen er na werkaanvaarding erop vooruit. Zij hebben dit in 2020 als volgt vastgesteld:

 

We zien dat op de 3 niveau boven het WSM (wettelijk sociaal minimum) de werkende erop (licht) op vooruitgaat.  Hoe doet men dat in Voorschoten? Dat wordt het best duidelijk uit de casussen die men daarvan beschreven heeft. Drie casussen zijn volgende:

Werken loont wanneer huishoudens in Voorschoten vanuit de bijstand gaan werken tegen een loon gelijk aan 110, 120 of 130 procent Wsm, gaan de huishoudens er in totaal inkomen op vooruit. Deze vooruitgang is echter niet evenredig met de vooruitgang in loon. Landelijke toeslagen lopen terug en het recht op gemeentelijke regelingen vervalt. Het totaal inkomen bestaat uit het netto-inkomen (inclusief vakantietoeslag), landelijke toeslagen en gemeentelijke regelingen.

We zouden willen sturen op (voldoende vrije bestedingsruimte) inkomenseffecten van het lokale en landelijke beleid voor de volgende 11 huishoudtypen:

  1. alleenstaande, jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd;
  2. alleenstaande ouder, jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd, met twee jongere kinderen (3 en 5 jaar);
  3. alleenstaande ouder, jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd, met twee oudere kinderen (14 en 16 jaar);
  4. paar (twee volwassenen), niet AOW-gerechtigd;
  5. paar (twee volwassenen), niet AOW-gerechtigd, twee jongere kinderen (3 en 5 jaar);
  6. paar (twee volwassenen), niet AOW-gerechtigd, twee oudere kinderen (14 en 16 jaar);
  7. alleenstaande, AOW-gerechtigd;
  8. paar (twee volwassenen), AOW-gerechtigd;
  9. alleenstaande, jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd, met zorgvraag;
  10. alleenstaande, AOW-gerechtigd, met zorgvraag;
  11. paar (twee volwassenen), niet AOW-gerechtigd, met zorgvraag, met thuiswonend, werkend kind van 25.

 

Alle 11 huishoudens of profielen worden uitgewerkt en daarbij wordt bepaald hoe door het samenspel tussen de genoemde regelingen hoe iemand erop vooruit gaat. We nemen één huishouden als voorbeeld: Alleenstaande ouders met jongere kinderen krijgen hogere toeslagen bij werkaanvaarding.

  • Alleenstaande ouders gaan er ten opzichte van de bijstandssituatie op vooruit als zewerk aanvaarden tegen een loon tussen 110 en 130 procent Wsm;
  • De landelijke toeslagen lopen niet af, er is juist een lichte stijging. Het bedrag aan huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget blijft even hoog en bij werkaanvaarding ontvangt hij nog een combinatiekorting;
  • De gemeentelijke bijdrage loopt van € 160 per maand in de bijstandssituatie af naar € 51 bij een inkomen gelijk aan 130 procent Wsm. Bij een inkomen hoger dan 120 procent heeft een alleenstaande ouder met jongere kinderen recht op dezelfde gemeentelijke regelingen als bij een inkomen van 110 procent Wsm. Deze bijdrage is dan echter wel lager: de bijdragen voor de regeling maatschappelijke participatie en de tegemoetkoming voor school- cultuur en sportkosten nemen af bij een inkomen hoger dan 110 procent Wsm;
  • Het totaal inkomen bij een loon gelijk aan 130 procent Wsm is € 253 (11 procent) hoger dan het totaal inkomen bij een loon gelijk aan 100 procent Wsm.

Het succes van deze gemeente is gebaseerd op deze twee pijlers:

  • Het aanpassen van bedragen van de minimaregelingen. Daarbij zijn bepaalde maatregeling te laag, maar ook zijn er sommigen te hoog. Dit noemt men in Voorschoten ‘middeling’ en dit is gericht op het overhouden van vrij besteedbaar inkomen en lijkt een zeer uitvoerbare regeling;
  • Er is een herindeling gemaakt van de doelgroepen binnen de regelingen, zoals eerder aangegeven wordt gebruik gemaakt van veel doelgroepen. Vervolgens wordt er meer financieel maatwerk geleverd per individuele doelgroep.

Wat wel opvallend is, is dat sprake is van grote verschillen in de effecten die werken heeft op de inkomenssituatie van mensen met uitdagingen. De 11 huishoudens zijn als volgt uitgewerkt:

Daarmee zie je dus dat er over de regelingen wat te middelen valt. Niet iedere persoon met uitdagingen heeft om de armoedeval te bestrijden dezelfde financiële maatregelen nodig. Radio interview met de wethouder van Voorschoten: Van bijstand naar betaald werk loont in Voorschoten | Sleutelstad

Natuurlijk hebben wij in een aantal gesprekken met ambtenaren van de gemeente Hoogeveen vastgesteld dat de situatie complex en dat veel voorzieningen of maatregelen in elkaar doorwerken. Hoewel wij dus een voorstander zijn van één (overzichtelijke) regeling zoals in  H2 beschreven, moeten we nu rekening houden met diverse regelingen. John Nuyten van Stimulanz heeft voor die complexe berekeningen een oplossing voor bedacht.

WerkloonT vindt z’n oorsprong in een onderzoek dat Nuyten uitvoerde voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), met als onderwerp de armoedeval. Hij heeft veel ervaring met tools die een effectief minimabeleid ondersteunen. Voor inwoners met een laag inkomen ontwikkelde hij onder meer BerekenUwRecht, een webapplicatie waarmee inwoners kunnen berekenen of zij recht hebben op bijzondere bijstand en/of andere lokale regelingen.Dit lijkt op de voorzieningenwijzer die in Hoogeveen ook al (succesvol) wordt gebruikt.

De ongewenste effecten van de armoedeval zijn volgens Nuyten genoeglijk bekend. “Maar het is voor medewerkers van gemeenten of instanties complex om te achterhalen hoe het financiële plaatje er uitziet na werkaanvaarding. Huurtoeslag, zorgtoeslag, lokale kortingspas, kindgebonden budget: de kennis over wat daarmee gebeurt als je gaat werken is versnipperd en tamelijk algemeen. De vraag: ‘wat houd ik over als ik 200 euro meer ga verdienen dan bijstand?’, kan meestal niet in één keer beantwoord worden omdat de informatie niet compleet is.” Nuyten besloot daar iets op te bedenken. Dat werd WerkloonT, een rekenprogramma dat door het combineren van informatie uit landelijke en lokale bronnen nauwkeurig iemands financiële situatie voor (bijstand) en na (werk) berekent.